Opinie: 'Wil trein promoten, maar moet auto's soms helaas gelijk geven'
05 Maart 2019
Gisteren begon de krokusvakantie. Ik dacht ik vertel het even, want schoolvakanties zijn niet meteen iets waar iedereen altijd van op de hoogte is. Maar minstens twee groepen mensen ontgaat het nooit. Bij de eerste groep, ouders en grootouders van kinderen die plots veel tijd opeisen, hoor ik niet. Bij de tweede groep behoor ik – soms helaas – wel, namelijk pendelaars die dagelijks de trein naar werk of school nemen.
Schoolvakanties zijn namelijk de spreekwoordelijke bakens van licht waarnaar pendelaars buiten de vakantieperiodes uitkijken wanneer ze – voor de derde keer die week – moeten rechtstaan om de trein al vanaf de tweede halte van haar lijn volzet is. Of wanneer ze voor de vierde dag op rij tegen hun baas moeten zeggen dat ze te laat zijn, omdat hun trein halte na halte vertraging na vertraging opliep. Zowat het tegenovergestelde van wat de immer optimistische app van de NMBS je doet geloven, namelijk dat de trein tussen elke twee haltes wel een minuut of vijf van haar vertraging goed zal maken.
Maar kijk, zelfs tijdens die vakantieperiodes wordt ons pendelaars alsmaar vaker de pendelpret ontnomen. Gisterenochtend (dag 1 van de vakantie) had ik 17 minuten vertraging tussen Berchem en Brussel Zuid, uiteraard zonder mededeling, verontschuldiging, of reden. Vandaag – en bij het schrijven van deze tekst - staat meer dan de helft van de reizigers recht, omdat de trein met amper drie in plaats van zestien wagons rijdt. Ik hou m’n hart vast voor de rest van de week.
U voelt het, ik ben geen tevreden ‘gebruiker’ van de spoorwegen. Helaas, want als ecologist wil ik van de daken schreeuwen dat mensen beter sporen dan autorijden. Als klimaatbetoger wil ik elke dag een betoog doen voor openbaar vervoer. Ik wil reclame maken voor de trein, maar de NMBS lijkt zelf te roepen: ‘In de auto is het toch gezelliger’. Ik wil een ambassadeur zijn voor openbaar vervoer, maar zoals die in ons land gerund wordt, kan ik vaak niet anders dan autopendelaars gelijk geven. Dat doet pijn.
Want het gaat echt van kwaad naar erger. Ik pendel nu zelf een dikke tien jaar – met tussenpauzes – vanuit de Kempen of Antwerpen naar Brussel. Ik behoor al lang niet meer tot het dalende percentage reizigers dat tevreden is over de trein. Nu nog amper 60 % en die enquête is gegarandeerd niet afgenomen tijdens de spits. Ik behoor wel tot de reizigers die alsmaar meer marge moeten inbouwen en soms zelfs een trein vroeger nemen, just in case. De NMBS vervormt zelf haar regels om stiptheid te meten. De marge om ‘te laat’ te zijn is nu al x minuten en de duur tussen haltes wordt stelselmatig langer gemaakt, in een poging om historische verliezen te compenseren. Helaas. Zonder. Enig. Resultaat. Net als de tevredenheid staan ook de stiptheidscijfers lager dan ooit.
Elke week komen jongeren op straat voor een beter klimaat. Naar de plek van afspraak gaan doen ze plichtsbewust met de trein, want iedereen weet dat goed openbaar een cruciale rol speelt om onze emissie-uitstoot te verminderen. Hoe kan je dan als huidig beleid zeggen dat je al ‘veel’ gedaan hebt, als je ziet dat in de huidige legislatuur xxx procent minder budget naar de spoorwegen ging. De Lijn moest het met xxx procent minder doen. Geloof me, zelfs mocht dat budget lichtjes gestegen zijn, stond ik op de barricades, want ook dat zou niet genoeg geweest zijn. Maar minder? Seriously?
Het is tijd om het beleid drastisch om te gooien. Het is tijd om Koning Auto te onttronen. De budgetten voor openbaar vervoer moeten met grote sprongen omhoog, verdubbel ze desnoods. Want alleen zo krijg je trein, tram en bus stipter, goedkoper (in tegenstelling tot de stiptheid en tevredenheid, stegen de prijzen wel drastisch) en comfortabeler dan ze nu zijn. Geef ons meer treinen, meer haltes en meer lijnen. De vier miljard die nu bijvoorbeeld naar salariswagens gaan – en waarvoor Europa ons al meermaals op de vingers tikte – kan onder meer daar naar gaan. Want enkel zo kunnen we mensen uit de auto en in de trein krijgen.
Ik maak me niet de illusie dat de huidige meerderheidspartijen die bocht nog kunnen inzetten voor de verkiezingen van 26 mei. Het enige wat ik kan hopen is dat ze grootmoedig toegeven dat ze gefaald hebben op gebied van openbaar vervoer. En kom alsjeblieft niet af met dat pas voorgestelde mobiliteitsbudget. Dat is compleet zinloos als alternatief voor salariswagens, en niet bepaald een stimulans als je met dat budget kan gaan rechtstaan in overvolle wagons om dan je boze baas op je dak te krijgen.
Beste regeringspartijen. Stop met het klimaatdebat te verengen tot een energiedebat. Zo veel andere thema’s verdienen aandacht: renovatie en isolatie, ruimtelijke ordening, natuurbeheer en dus ook mobiliteit. Zet ze allemaal prominent in jullie verkiezingsprogramma’s, ook meer budget voor duurzaam verkeer, zodat de kiezers jullie eraan kunnen houden na de kiesstrijd. Ik beloof dat ik, als ik verbetering zie, een ‘duim omhoog’ geef bij een volgende tevredenheidsenquête. Met in m’n achterhoofd dat alle beetjes de bocht naar een duurzame, toekomstgerichte en klimaatvriendelijke mobiliteit kunnen vergemakkelijken. Ondertussen ben ik bijna – voorlopig aan een vertraging van tien minuten – in Brussel. Tot de volgende schoolvakantie!