Uitleendiensten in functie van het sociale weefsel

03 December 2022

Uitleendiensten in functie van het sociale weefsel

Provincieraadslid Brend Van Ransbeeck vraagt om het aanbod van de provinciale uitleendienst in Malle te vergroten en om verschillende drop-off zones te voorzien. "Het belang van uitleendiensten is cruciaal om het verenigingsleven en het sociale weefsel in stand te houden."

We vergeten bijna hoe evident het intussen geworden is, maar we zijn hier met zijn allen opnieuw samen, fysiek, zonder mondmaskers, in de provincieraad. De impactvolle coronamaatregelen van pakweg twee jaar geleden liggen ver achter ons. We kunnen niet alleen met z’n allen hier in de raad gezellig samenhokken, maar we hebben ook de mogelijkheid om straks een drankje te nuttigen op café, uit eten te gaan, te genieten van concerten, tentoonstellingen, feestjes, lezingen, quizzen … We beseffen het niet altijd, maar de kans is groot dat een van die ontmoetingsmomenten door een collectief van vrijwilligers, een vereniging, georganiseerd is.

De rol van verenigingen in het lokale weefsel is niet te onderschatten. De helft van de Vlamingen is actief lid van minstens 1 vereniging. Het gaat hierbij om personen die lid zijn van een vereniging en minstens af en toe deelnemen aan de activiteiten van die vereniging. Zij zorgen voor een levendige en bloeiende gemeenschap, zorgen voor ontspanning en ontmoeting, educatie, integratie, socialisatie, … Een verrijking alom. Ongetwijfeld zitten er hier heel wat raadsleden in de zaal die zélf actief zijn in een vereniging, of hun carrière begonnen zijn met een lidmaatschap zo’n vereniging.

Helaas ervaren die verenigingen meer dan ooit financiële druk. Ook onze inwoners, bedrijven en overheden. De gestegen energiefacturen, de inflatie, de duurdere algemene levenskost zorgen voor onzekerheid en zenuwachtigheid. Gemeenten, waarvan verenigingen grotendeels afhankelijk zijn, zitten zelf met de handen in het haar. Subsidies worden veel voorzichtiger dan vroeger verleend, vaak nog verkleind of met strengere voorwaarden. De grote bijkomende kosten moeten bekostigd worden door de weinige reserves die de voorbije jaren, al dan niet, werden opgebouwd.

Het belang van uitleendiensten is cruciaal om het verenigingsleven en het sociale weefsel in stand te houden. Zeker op provinciaal niveau. De meeste lokale besturen en gemeenten hebben zelf een kleine uitleendienst met een beperkte waaier van uit te lenen materialen voor evenementen. Uitbreiding van die kleine lokale uitleendiensten behoort, zeker niet nu, tot de mogelijkheden. De provinciale uitleendiensten kunnen hun rol opnemen en het verenigingsleven ondersteunen. Bij ons is dat de Provinciale Uitleendienst in Malle, als onderdeel van het Provinciaal Vormingscentrum.

In een eerdere schriftelijke vraag van collega Ilse van Dienderen, bleek dat de meeste verenigingen die beroep doen op de Uitleendienst, in de nabije regio rond Malle gelegen zijn: Malle zelf, Zoersel, Rijkevorsel, Beerse, Lille, Turnhout, … allen gelegen in de Kempen.  De regio Mechelen-Lier, de Antwerpse Noord- en Zuidrand en de Rupelstreek zijn nagenoeg niet vertegenwoordigd. In welke mate en hoe maakt de Provinciale Uitleendienst of het Vormingscentrum zichzelf bekend in onze provincie bij verenigingen en lokale besturen?

Hoeveel uitleningen van materialen zijn er gebeurd sinds januari 2021? Is dit intussen terug op het niveau van vóór corona? Zien we een verandering in het soort uitgeleend materiaal, tussen pre- en post-corona? Algemene tendensen zijn voldoende, een gedetailleerde opsomming is niet nodig.

Als ik het goed begrepen heb, waren er vroeger drop-off zones gespreid over de provincie waar materiaal door verenigingen na uitlening kon ingeleverd worden. Deze zouden zijn afgeschaft. Waar lagen deze en wat was de reden van deze beslissing? Is het logistiek haalbaar om opnieuw een of meerdere drop-off zones te organiseren gespreid over de provincie, bv. in gebouwen of lokalen van de provincie?

In welke mate wordt de vraag vanuit verenigingen naar nieuw uitleenmateriaal, een uitgebreider aanbod, nagegaan? Hoe? In welke mate is het huidige materiaalaanbod dynamisch en marktconform, aangepast aan de vraag vanuit verenigingen? Zijn er mogelijkheden om het huidige audiovisuele aanbod uit te breiden met herbruikbare bekers voor kleine en middelgrote evenementen, DJ-materiaal of educatief - en spelmateriaal voor scholen?